Huidverbetering

Afvallen met GLP1-injecties

Diode laserontharing

Botox-behandelingen

Medische en cosmetische huidzorg

Wat doet je huid eigenlijk de hele dag?

Je huid draagt van minuut tot minuut bij aan je gezondheid. Ze regelt dat bacteriën en andere indringers buiten blijven, zorgt dat je lichaamstemperatuur stabiel blijft, en staat in verbinding met je zenuwstelsel, immuunsysteem en hormonen. Maar vaak merk je dat pas als er iets misgaat. Als je last krijgt van jeuk, puistjes, roodheid of vlekken. In dit blog lees je wat je huid allemaal doet en hoe je die gezond houdt.

 

Je huid als persoonlijke bodyguard

Laten we beginnen bij de buitenkant. Die is namelijk meteen je eerste verdedigingslinie. Tegen zonlicht, bacteriën, virussen, vuil, uitlaatgassen, wind, kou, hitte én uitdroging. Je huid is als een ervaren uitsmijter: hij laat binnen wat nodig is en houdt buiten wat schadelijk is. Hij zou zo aan het werk kunnen in Chersonissos 😉

Vooral de bovenste huidlaag heeft een beschermende werking: de opperhuid. Oftewel de epidermis. Die bestaat uit vijf lagen, van onder naar boven: de basaalcellenlaag (stratum basale), stekelcellenlaag (stratum spinosum), korrellaag (stratum granulosum), doorschijnende laag (stratum lucidum) en de hoornlaag (stratum corneum). Vooral die laatste laag doet het zware werk.

De hoornlaag bestaat uit dode, verhoornde huidcellen (keratinocyten) die als plaveiselepitheel als dakpannetjes over elkaar liggen. Zo beschermen ze tegen invloeden van buitenaf én houden ze vocht binnen. Tussen deze cellen zit een soort ‘cement’, dat bestaat uit vetten (lipiden) zoals ceramiden, cholesterol en vetzuren. Samen vormen ze de huidbarrière.

Een goed functionerende huidbarrière houdt water vast (hydratatie) en houdt schadelijke stoffen buiten. Daarbij speelt ook de zuurgraad van je huid een belangrijke rol. Je huid is licht zuur – met een pH-waarde rond de 5,5. Deze zuurmantel is onmisbaar: hij remt de groei van slechte bacteriën en ondersteunt het natuurlijke microbioom van de huid. Daarover: het microbioom is een ecosysteem van miljarden bacteriën, schimmels en andere micro-organismen die op je huid leven. Dit klinkt misschien vies, maar het is juist essentieel. Je microbioom beschermt tegen schadelijke indringers, reguleert je immuunsysteem en helpt mee aan wondgenezing en huidbalans. Elk stukje huid heeft een uniek microbioom – afhankelijk van vocht, talgproductie en locatie. Verstoor je dit ecosysteem, dan geef je schadelijke bacteriën vrij spel. Bijvoorbeeld door agressieve reiniging, verkeerde producten of te heftig exfoliëren), raak je die bescherming kwijt. Je krijgt dan sneller last van irritatie, een droge huid of ontstekingen.

 

Je huid als thermostaat

Je huid speelt een belangrijke rol bij het regelen van je lichaamstemperatuur. Het is een buitengewoon verfijnde thermostaat – een Google Nest is er niks bij. Je huid moet namelijk voortdurend bijsturen om je interne temperatuur rond de 37 graden te houden, of je nu buiten in de kou staat of in de volle zon. Om dat goed te laten verlopen werkt je huid nauw samen met je zenuwstelsel, je bloedvaten en je zweetklieren.

Als je het warm hebt, zetten de bloedvaatjes in je huid uit. Daardoor stroomt er meer bloed aan de oppervlakte van je lichaam, en raak je warmte kwijt. Tegelijkertijd gaan je zweetklieren aan het werk. Die liggen in de lederhuid en maken zweet aan dat via poriën naar buiten komt. Zodra het zweet verdampt, koelt je huid – en dus ook je lichaam – af. Dit proces heet verdampingskoeling en is een van de meest efficiënte systemen van je lijf.

Heb je het koud? Dan gebeurt het omgekeerde: je bloedvaten vernauwen zich, zodat er minder warmte via je huid verloren gaat. Soms krijg je kippenvel – kleine spiertjes rond je haarzakjes trekken samen. Ooit hielp dit bij dieren om hun vacht op te zetten als extra isolatie. Bij mensen is het vooral een overblijfsel uit de evolutie.

Verder speelt ook talg een rol: dit vetachtige laagje, aangemaakt door je talgklieren, helpt je huid om vocht vast te houden en vormt een extra barrière tegen kou en uitdroging. Samen zorgen deze mechanismen ervoor dat je lichaamstemperatuur stabiel blijft – en je niet oververhit of onderkoeld raakt. Als je huid beschadigd is, zoals bij ernstige verbranding of bij huidaandoeningen zoals eczeem, werkt dit systeem minder goed. De huid kan dan moeilijker warmte vasthouden of afvoeren, waardoor je lichaamstemperatuur sneller uit balans raakt. Ook verlies je meer vocht en wordt je vatbaarder voor infecties. Dit kan je algehele gezondheid beïnvloeden, omdat je lichaam extra hard moet werken om zijn evenwicht te bewaren.

 

Je huid als voelspriet

Als je in een moment van onoplettendheid je vinger onder de Quooker houdt om te voelen of het water al heet is, is het cruciaal dat je lichaam razendsnel een pijnsignaal doorgeeft – zodat je je hand onmiddellijk terugtrekt, nog vóór je bewust beseft dat je jezelf kunt verbranden. Dat automatische reflex komt mede dankzij je huid – het grootste en meest uitgebreide zintuig van je lichaam. Verspreid over je hele huidoppervlak liggen miljoenen zintuigcellen en zenuwuiteinden die sensorische informatie doorgeven aan je hersenen. Denk aan aanraking, druk, temperatuur, jeuk, pijn, tinteling en vibratie. Je huid registreert niet alleen wat je voelt, maar ook waarhoe intens, et cetera.

Deze signalen worden verwerkt in verschillende lagen van de huid. In de lederhuid (dermis) bevinden zich gespecialiseerde mechanoreceptoren zoals de lichaampjes van Meissner (gevoelig voor lichte aanraking en textuur) en lichaampjes van Pacini (die vibraties en diepe druk registreren). Andere sensoren, zoals de lichaampjes van Ruffini en Merkelcellen, registreren rek en fijne tast. Vrije zenuwuiteinden bevinden zich door de hele huid heen en zijn met name betrokken bij het waarnemen van pijn (nociceptie) en temperatuurverschillen (thermoreceptie). Dankzij deze complexiteit kun je bijvoorbeeld het verschil voelen tussen een zachte veer en een prikkende cactus, of tussen lauwe zonnestralen en ijzige wind.

Je huid speelt ook een rol bij contact tussen jou en andere mensen. Een hand op je schouder, een knuffel of een zachte aanraking geeft je brein het signaal dat iets veilig of prettig is. Bij aanraking komt het hormoon oxytocine vrij, wat kan zorgen voor ontspanning of een gevoel van verbondenheid. Ook dat maakt je huid erg belangrijk.

 

Je huid als schoonmaakteam

Poetsen maar! Je huid vernieuwt zichzelf continu. Elke dag worden er nieuwe huidcellen aangemaakt in de onderste laag van de opperhuid (stratum basale). Deze cellen schuiven langzaam op naar boven, waar ze uiteindelijk afsterven en onderdeel worden van de hoornlaag. Gemiddeld duurt dit proces zo’n 28 dagen – bij jongeren iets sneller, bij ouderen trager.

Dit proces heet keratinisatie en is essentieel voor een gezonde huidstructuur. De nieuwe cellen die naar boven komen, worden onderweg omgevormd tot keratinocyten. Die zijn gevuld met keratine – een eiwit dat je huid stevig en waterafstotend maakt. Zodra deze cellen aan de oppervlakte komen, hebben ze hun functie vervuld: ze vormen dan een droge, dichte laag die je huid beschermt. Op dat moment is hun ‘houdbaarheidsdatum’ verstreken en laat je huid ze vanzelf los. Soms gebeurt dat heel geleidelijk, bijvoorbeeld via wrijving van kleding of beddengoed. Soms versneld – bijvoorbeeld door scrubben of een peeling.

Het opruimen van dode huidcellen is belangrijk. Niet alleen omdat de huid anders dof en grauw kan worden, maar ook omdat een opgehoopte hoornlaag de talgklieren kan verstoppen. Dit kan leiden tot puistjes, mee-eters of een onrustig huidbeeld. Bovendien kunnen verzorgingsproducten minder goed doordringen als de huid ‘verstopt’ zit met oude cellen. Na je dertigste begint dit vernieuwingsproces te vertragen. De huid wordt dan vaak wat droger, vlekkeriger of ongelijkmatiger. Dode huidcellen blijven langer liggen en kunnen poriën verstoppen of een grauwe gloed geven. Door milde exfoliatie, goede hydratatie en behandelingen die celvernieuwing stimuleren (zoals microneedling of fruitzuurpeelings), kun je de huid helpen om dit natuurlijke ritme weer op gang te brengen. Bij veel mensen is dat precies wat nodig is om hun huid weer te laten stralen.

Ook fibroblasten – bindweefselcellen in de lederhuid – spelen hierin een rol. Die maken collageen, elastine en hyaluronzuur aan. Deze stoffen houden je huid stevig, soepel en veerkrachtig. Hoe ouder je wordt, hoe minder actief die fibroblasten worden. Zonlicht, roken en stress versnellen dat proces. Daarom is het belangrijk om op tijd te beginnen met beschermen én ondersteunen, zodat je huid zelf sterk en actief blijft. Wachten tot je huid verslapt of dof wordt om dan pas in actie te komen, is een beetje alsof je pas op je zeventigste begint met krachttraining. Je boekt misschien nog vooruitgang, maar het is stukken makkelijker – en effectiever – als je eerder begint.

Ook fibroblasten – de bindweefselcellen in je lederhuid – hebben te maken met de vernieuwing van je huid. Ze maken collageen, elastine en hyaluronzuur aan: de bouwstenen die je huid stevig, soepel en veerkrachtig houden. Maar hoe ouder je wordt, hoe trager ze gaan werken. Zonlicht, roken en stress maken het nog een tandje erger. Daarom is het slim om je huid op tijd te beschermen én te ondersteunen. Wachten tot je huid verslapt of dof wordt om dan pas in actie te komen? Dat is een beetje alsof je pas op je tachtigste voor het eerst naar de sportschool gaat.

 

Je huid als laboratorium

Je huid is net een goed ingericht laboratorium: ze maakt zelf allerlei stoffen aan die belangrijk zijn voor je lichaam. Een bekend voorbeeld is vitamine D. Die wordt in je huid aangemaakt zodra er zonlicht (specifieker: UVB-straling) op valt. Vitamine D is nodig voor sterke botten, een goed werkend immuunsysteem en zelfs voor je stemming. Je lichaam kan deze vitamine niet aanmaken zonder hulp van de zon. Tien tot vijftien minuten zonlicht per dag op je onbedekte huid is meestal genoeg – als het tenminste niet winter is en je niet volledig bent ingesmeerd met zonnebrand. Maar: overdrijven werkt averechts. Te veel zon kan je huidcellen beschadigen en het verouderingsproces versnellen.

Je huid maakt ook talg aan. Dat is een vetachtige stof die wordt geproduceerd in de talgklieren, dieper in de lederhuid. Talg zorgt ervoor dat je huid soepel blijft en niet uitdroogt. Het mengt zich met zweet en dode huidcellen tot een dun laagje op je huid: de hydrolipidenfilm. Dat is als het ware je eigen beschermende crème. Deze film houdt vocht vast en beschermt je tegen bacteriën en schimmels. Als je huid te veel talg aanmaakt, kunnen poriën verstopt raken en ontstaan er mee-eters of puistjes. Te weinig talg? Dan voelt je huid droog, trekkerig of gevoelig aan.

Een ander product van de huid is melanine – het pigment dat je huid kleur geeft en dat je huidcellen beschermt tegen UV-straling. Melanine wordt aangemaakt door melanocyten, die dieper in de opperhuid liggen. Als je in de zon komt, maken deze cellen extra pigment aan. Daardoor word je bruin van. Of– als je pech hebt – krijg je pigmentvlekken.

En dan zijn er nog de antimicrobiële peptiden: kleine stofjes die je huid zelf aanmaakt om bacteriën, virussen en schimmels in toom te houden. Ze zijn een soort natuurlijke antibiotica van je huid en helpen om infecties te voorkomen. Kortom: je huid maakt zelf een indrukwekkend scala aan stoffen aan die je lichaam helpen beschermen en gezond houden. Een klein laboratorium dat de hele dag door metingen doet, reageert op invloeden van buitenaf en precies aanmaakt wat er nodig is. En dat zonder witte jassen of petrischaaltjes.

Best indrukwekkend toch? En dan moet de nachtdienst nog beginnen… Weten wat er dan allemaal gebeurt? Dat lees je binnenkort in een volgend artikel.

Best indrukwekkend toch!? En dan moet de nachtdienst nog beginnen… weten wat er dan allemaal gebeurt? Dat lees je binnenkort in een volgend artikel.

Related blogposts